De rekenworm als rekenvorm

Als we praten over een top 10 van nuttige dieren op deze aarde dan moeten we zeker niet de regenworm (aardworm) vergeten. De regenworm komt overal ter wereld voor. De regenworm eet bladeren en dood hout. Hij zorgt voor lucht in de grond en door zijn verteringssysteem zorgt hij voor voedzame aarde. Ieder korreltje op aarde gaat minimaal 1 keer door de darm van de regenworm. De regenworm zie je vooral als het regent, daarom heeft hij dan ook deze naam gekregen.
Zijn lange roze weeklichaam kan wel 10 tot 25 centimeter lang worden.
Bij het kruipen wordt de regenworm voortdurend langer en korter.

Onder of aan de zijkant van het schoolplein wonen ze in de grond.
Ga naar buiten (het beste is na een goede regenbui) en kijk of je ze kunt vinden. Wroet wat in de grond of steek een spade in het gras en steek wat gras uit.
Gebruik je loep en probeer er eens goed naar te kijken. Zie je de segmenten en zijn borsteltjes? Daarmee verplaatst hij zich in en soms ook op de aarde.

Regenworm in actie zien?

Meer weten over de regenworm?
Spreekbeurten info over regenworm (rechtermuisklik om link in nieuw venster te openen)

Regenworm als rekenvorm

Er in onderzoek gedaan naar de aantallen wormen in de grond. Zo zitten er 0-900 wormen/m2 in kleigrond ( Doeksen, 1957/Van Rhee 1970). In biologische landbouw grond zitten er zelfs 130-1123 wormen /m2. In zandgrond is dat een stuk lager.

Reken eens uit: Laten we eens uitgaan van niet zulke goed grond onder jullie schoolplein. Zeg zo’n 450 wormen per m2. Hoeveel wormen wonen er dan totaal onder jullie hele schoolplein? Niet schrikken! Dat kunnen er heel erg veel worden.

Wormenhotel maken

Wat heb je nodig?

• Regenwormen
• Petfles of 1 grote glazen pot. Bijvoorbeeld de grootste maat augurk- of bruine bonenpot
• Aarde
• Zand
• Dode bladeren, gras, groenterestjes
• Loepje (te leen bij Milieueducatie)

Wat moet je doen?

Vang wat wormen (steek een spade in de grond, steek een stukje gras uit, wiebel /tril in de grond) en stop de regenwormen tijdelijk in een emmertje met wat aarde.

Petfles

Snijdt het bovenste gedeelte eraf.
Gooi nu laagje voor laagje in de fles: laagje aarde, laagje zand, laagje dode bladeren tot 1 centimeter onder de rand. Worden het mooie strepen? Voeg nu de wormen toe. Dek het af met wat gras en groente- en fruitrestjes. Zet nu de omgekeerde bovenkant van de fles er op. Dek de zijkanten af met een lap stof.
Wormen wonen graag in het donker. Laat de bovenkant open. De wormen moeten wel wat frisse lucht kunnen happen. Nu gaan de regenwormen aan het werk.

Glazenpot

Prik van te voren wat gaatjes in de deksel voor wat frisse lucht. Gooi nu laagje voor laagje in de pot. Laagje aarde, laagje zand, laagje dode bladeren. Doe dit tot 3 centimeter onder de rand. Wordt het een mooi streeppatroon? Voeg nu de wormen toe en dek het af met wat gras en groente- en fruitrestjes. Draai nu de deksel erop. Wormen houden niet van licht. Dek de petfles of de pot af met een donkere stof of zet hem weg in het donker. Nu gaan de wormen aan het werk.

Kijk ongeveer na een week. Gooi er tussen door nog wat water, bladeren of etensresten in. Wat is er gebeurd?