Hoe stevig sta jij?

Wind is geheimzinnig. Een wilde kracht die we niet kunnen zien, maar wel voelen. Kun jij leunen tegen de wind? Wat gebeurt er als je met een open jas tegen de wind in gaat lopen? Wees voorzichtig want je ligt zo om! Hoe stevig sta jij? Net zo stevig als de boom op het plein?

Tijdsduur: 30 min.
Seizoen: Hele jaar door, maar het leukst in de herfst.
Groepsgrootte: groepjes van 2-4.

Wat heb je nodig?

Een dag met veel wind
Het boekje kikker en de wind
Eventueel een(grote) vuilniszak
Eventueel een muts
Eventueel een bellenblaas
Eventueel een boom met stevige boomwortels

Wat moet je doen:

Voor groep 1-2 (en peuters)

Lees in de klas het boek Kikker en de wind. Of andere leuke prentenboeken over harde wind. Praat over het idee van veel wind en weinig wind, wat doet de wind? Waar komt de wind vandaan? Waait het iedere dag? Windje mee of windje tegen wat betekent dat? (Zing eventueel samen het liedje Daar vliegt mijn muts.)

Voor groep 3-4

Kijk naar de filmpjes van schooltv en ga dan naar buiten.

Activiteit met wind op het plein, in het park of bos:

1. Ga op een winderige dag naar buiten om samen de wind te gaan vangen. Loop langs een paar dunne, maar ook stevige bomen. Hoe staat de boom in de wind? Hoe zwaaien zijn takken? Probeer alleen of met zijn allen de boom eens om te duwen. Lukt dat? Kijk eens goed naar de wortels van de boom. Waarom waait de boom niet om? Kun jij ook zo stevig staan dat je niet om valt? Wie blijft het langste staan? Probeer elkaar eens om te duwen. Wat zal er gebeuren als er een storm langs komt? Vliegen we dan weg?

2. Geef kinderen in tweetallen of drietallen een vuilniszak. Laat ze nu ervaren wat de wind doet? Kun je de wind vangen? Waarom kun je de wind niet vangen als je tegen de wind instaat?
3. Zet een muts op. Ga midden in de wind staan. Bij wie blijft de muts het langste zitten?
4. Gebruik de bellenblaas: Op een dag met veel wind kun je heel goed achter bellen aan rennen. Hoeveel bellen kun je vangen? Kun je aan de bellen zien waar de wind vandaan komt?
5. Probeer het geluid van de wind eens op te nemen op je mobiel. Luister er binnen in de klas naar. Wat is dat voor geluid? Brullen, sissen, razen of iets anders?
6. Kun jij tegen de wind in praten? Ben je dan goed te verstaan? Kun je beter met de wind mee praten?
7. Haal keukengerei uit de keuken en hang het aan een tak aan de boom in de wind. Laat ze door de wind tegen elkaar aanslaan. Hoor je nu “windmuziek"? Kun jij er een liedje bij bedenken?
8. Maak een vlieger of een windmolentje en ga daar mee naar buiten.