Een kind leert meer door op een Stadsboerderij iets te doen, dan van alle voorlichtingscampagnes bij elkaar
50 jaar Haagse Stadsboerderijen – Hoe doen wij het in 2033?
Opgetekend door: Corien Bosch
Hoe ziet een Stadsboerderij er in 2033 uit? Waarschijnlijk niet zo gek veel anders dan nu. Nog meer dan nu kunnen kinderen en hun (groot)ouders er leren waar ons voedsel vandaan komt, hoe het met het klimaat gaat en over dierenwelzijn. Zeker is dat er nog steeds dieren zijn en dat het contact tussen mensen en dieren voorop staat.
Verantwoordelijk wethouder Barker is fan van de Stadsboerderijen. “Het is mooi om te zien hoe stadskinderen voor het eerst in aanraking komen met dieren.” Hij prijst de professionaliteit en inzet van de medewerkers, benadrukt het belang van voorlichting en ziet een belangrijke rol van de Stadsboerderijen voor de sociale samenhang. Barker gaat stralen als hij vertelt over zijn bezoek aan de Schildershoeve: “Het is leuk om een varken te aaien, ik vind dat zelf leuk en zag ook heel veel kinderen die dat leuk vinden!”
Dit jaar is het 50 jaar geleden dat de eerste Haagse Stadsboerderij werd opgericht, De Woelige Stal in de wijk Transvaal. Toen nog ingeklemd tussen huizen, het tramspoor en een benzinestation. Nu is de boerderij onderdeel van het wijkpark. Het jubileum vieren de Stadsboerderijen met een inspiratiebijeenkomst voor medewerkers en vakgenoten waarbij ze vooral naar de toekomst kijken. Dat er nog steeds dieren zullen zijn, ligt voor de hand. Maar welke rol heeft de Stadsboerderij nog meer te vervullen? Hoofd Stadsboerderijen Hans de Rijk ziet dat er nog veel te doen is op het gebied van dierenwelzijn, de klimaatuitdagingen en duurzaamheid. Ook de groeiende afstand tussen mensen en dier, toegankelijkheid en de herkomst van voeding zijn belangrijke thema’s voor de komende jaren.
Stadsboerderijen en bewegen
Den Haag heeft tien Stadsboerderijen. Ze zijn niet alleen een feest voor kinderen maar ook belangrijk voor volwassenen. Het is ook een plek om letterlijk in beweging te komen. Dat is van belang omdat we te veel zitten en te weinig bewegen. Rond het thema bewegen kwamen de Stadsboerderijen in contact met Carl Verheijen van De Beweegalliantie, een netwerkorganisatie die bewegen net zo gewoon wil maken als tandenpoetsen. Niet door iedereen fanatiek aan het sporten te krijgen. De alliantie wil juist stimuleren dat bewegen onderdeel is van je dagelijkse routine. Bijvoorbeeld door vaker de fiets nemen of een halte eerder uit de tram stappen en het laatste stukje te lopen. Meer 43 procent van de volwassenen en iets minder dan de helft van de kinderen beweegt dagelijks onvoldoende. Voor Verheijen is de Stadsboerderij een ideale locatie om kinderen én hun (groot)ouders te stimuleren om te spelen of een dierenloopje te maken over het terrein. De Stadsboerderijen liggen bovendien centraal waardoor ze makkelijk lopend of met de fiets te bereiken zijn. Ze zijn ook een prachtige uitvalsbasis voor bijvoorbeeld een speurtocht door de wijk. Op die manier valt er op de Stadsboerderijen voldoende te bewegen.
Lees het volledige verhaal van Carl Verheijen van De Beweegalliantie
Stadsboerderijen en dierenwelzijn
Het houden van dieren op de Stadsboerderijen gaat samen met aandacht voor dierenwelzijn. De medewerkers zorgen goed voor de dieren en geven de bezoekers veel informatie. Niet alleen over de dieren op de boerderij maar ook hoe je het beste voor je huisdier kan zorgen. Het komt helaas steeds vaker voor dat de Stadsboerderijen dieren krijgen aangeboden waar de eigenaar vanaf wil. Deze dumpdieren zijn volgens Daniëlla van Gennep van Stichting Dierenlot een groeiend probleem. Vooral voor kippen, hanen, konijnen en kleine knagers is geen plek. Samen met Kinderboerderijen Actief deed Dierenlot onderzoek bij 36 kinderboerderijen door heel het land. In een jaar tijd konden de boerderijen 65 aangeboden dieren een nieuw thuis geven. Voor meer dan 1100 beesten was geen plek. Van Gennip: “Ja, wat daar dan mee gebeurt, die vind je waarschijnlijk weer ergens kukelend in de natuur.” Volgens Van Gennip is het gebrek aan samenwerking tussen gemeenten onderling en met de dierenwelzijnsorganisaties bron van het probleem. Daardoor is er geen samenhangend beleid en een chronisch tekort aan financiering. Die samenwerking kan en moet volgens haar veel beter. Ze ziet een rol voor de Stadsboerderijen. Van Gennep: “Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als alle partijen kunnen samenwerken in een dierenadoptieprogramma.”
Lees het volledige verhaal van Daniëlla van Gennep van Stichting Dierenlot
Stadsboerderijen en voedselproductie van de toekomst
Op de Stadsboerderij kan je met eigen ogen zien dat melk van een koe komt. Die rol - laten zien waar ons eten vandaan komt – wordt in de toekomst alleen maar belangrijker. Stephan Peters manager gezonde en duurzame voeding bij De Nederlandse Zuivel Organisatie schetst in drie scenario’s de mogelijke manieren waarop we in de toekomst duurzaam voedsel produceren. Doen we dat door de huidige vleesproductie een beetje aan te passen en met voorlichting het eten van plantaardig voedsel te stimuleren? Gaan we minder vlees produceren en meer vleesvervangers? Of stoppen we helemaal met veeteelt en gaan we over op synthetisch kweekvlees en kunstmatige zuivel? Het antwoord heeft Peters nog niet. Wel weet hij dat er bij de ontwikkeling van het nieuwe voedsel een balans moet zijn tussen gezondheid, ecologie, economische haalbaarheid en culturele acceptatie. Die balans is nog lastig. “Kweekvlees is diervriendelijk. Het is wel duur om te maken en voor de productie is veel energie nodig. We weten ook nog niet of alle vleesvervangers wel gezond zijn. En of we sprinkhanen gaan eten?” Voor de Stadsboerderijen ziet Peters vooral een rol in de bewustwording. In voorlichtingscampagnes heeft hij weinig vertrouwen maar wanneer een kind op de Stadsboerderij gaat koken, leert het al doende waar het eten vandaan komt. Dat maakt veel meer indruk dan alle campagnes bij elkaar.
Lees het volledige verhaal van Stephan Peters van De Nederlandse Zuivel Organisatie